Op 12 december 2015 organiseert een bevlogen collega, Caroline Nouwels, een symposium over Downsyndroom en Schisis. Het symposium heet Downtown Nouwels. In aanloop daar naartoe heeft ze mij gevraagd te bloggen over mijn werk met kinderen met Downsyndroom.
13 oktober 2015
Acrobatiek op de vierkante millimeter
Even een vraag: “Heb je wel eens aan acrobatiek gedaan? Of aan dans?” Ik hoor meestal dezelfde soort reacties als ik deze vraag stel. Nee, niks voor mij, want: Ik kan die pasjes achter elkaar niet onthouden, ik heb geen gevoel voor ritme, ik ben heel houterig, met mijn lijf, daar heb ik de conditie niet voor, enzovoorts.
Spreken is eigenlijk ook acrobatiek. Ik noem spreken altijd acrobatiek op de vierkante millimeter. De bewegingen bij acrobatiek of dans zijn relatief groot, bij spraak hebben we het over minimale verschillen in de kleine motorische bewegingen. Kan jij bedenken wat je nu precies anders doet als je een b of een p zegt? (Gewoon even hardop uitproberen mag.) En hoe je het verschil maakt tussen baan en maan? Kan je me uitleggen welke spieren ik dan precies aan moet spannen of juist los moet laten?
Spreken vraagt een heel precieze afstemming van adem, stem en spieren. Je moet goed naar de ander en jezelf kunnen luisteren en je hele spraakapparaat moet het ook nog een beetje goed doen. Je hersenen helpen je hiermee dan nog een handje of zitten je juist vreselijk in de weg. Eigenlijk is het heel bijzonder dat zo veel kinderen ‘vanzelf’ leren praten.
Kinderen met Downsyndroom hebben over het algemeen problemen met de acrobatiek van het spreken. Ik zal in mijn blogs vaker in algemeenheden spreken. Gewoon omdat het soms zo algemeen is, waarbij ik weet dat iedereen uniek is. Kinderen met Downsyndroom zijn net zo uniek, maar ze hebben wel een aantal zelfde kenmerken in uiterlijk, gedrag en stoornissen. Om in de acrobatiek termen te blijven: kinderen met Downsyndroom zijn in het spreken vaak net te laat aan het volgende pasje toe, kunnen niet doorgaan met de opeenvolging van die pasjes waardoor het geen dansje wordt. Daardoor wordt het ritme verstoord en lopen ze uit de pas. Ze willen vaak rechts, maar gaan dan per ongeluk links en houden het achter elkaar doorgaan niet vol. Niet omdat de conditie er niet is, maar omdat doorgaan met een beweging zo moeilijk is en de spierspanning slapper dan gemiddeld.
Zo zag ik vandaag Norah van 7 jaar. Ze heeft enorme problemen met de spraak in het algemeen en begint sinds een half jaar pas echt woorden en zinnen te zeggen. Niet dat Norah niet kan communiceren, dat doet ze volop! Ze maakt gebaren, wijst en neemt je mee. Het liefst moet iedereen daarbij ook echt doen wat zij in haar hoofd heeft, want ze weet het écht beter dan wij ;-).
In de spraak is de /s/ toch wel het lastigst. In plaats van dat de /s/ door haar mond komt, schiet de lucht telkens door haar neus. Hierdoor hoor je haar snurken als ze spreekt. Maar vorige week had ze ineens de /s/ door en daar heeft ze zelf een truc voor bedacht. We hadden al eerder geoefend met het dichtknijpen van de neus en daarmee had ze het gevoel gekregen dat de lucht eigenlijk door haar mond moest gaan. Vorige week zette Norah haar kiezen stevig op elkaar, spande haar lijf wat meer aan dan anders, maakte het klankgebaar dat we altijd maken bij de /s/ (vinger voor je mond) en daar was ie: de /s/! Toen hebben we samen luidkeels feestgevierd. We zijn het hele gezondheidscentrum rond gegaan en hebben aan iedereen die het maar horen wilde, laten horen dat ze nu de /s/ kan! Uiteraard werd ze overal hartelijk gefeliciteerd met dit prachtige resultaat. En Norah? Die glimlacht vol trots, ook vandaag nog, van oor tot oor!
Heeft iemand het over “kleine stapjes” maken als je logopedie geeft aan kinderen met Downsyndroom? Dat klopt, héle kleine stapjes. Maar uiteindelijk leiden al die kleine stapjes naar een prestatie op Epke Zonderland niveau! Norah heeft minstens zo veel moeite moeten doen voor dit resultaat als Epke. En ook voor haar houdt hierbij de dagelijkse training niet op. Ze is ieder moment dat ze spreekt bezig met acrobatiek op de vierkante millimeter. Want het kunnen zeggen van een /s/ is fijn, maar daarna moet je er nog met andere klanken een dansje van kunnen maken.
Juliette Spies